Blog

Blog met verhalen over actuele waarnemingen van zeldzame vogels in België.

Maart/Mars 2021

8 april 2021  ·  Joachim Pintens  ·  1908 × bekeken

Version française ci-dessous!

Hoewel de lijst aan zeldzaamheden afgelopen maand niet bijzonder lang is, laat de kwaliteit echter niet te wensen over! We kregen een paar knallers op bezoek die voor vele vogelkijkers de motivatie extra hard wisten aan te zwengelen om er zelf op uit te trekken. Want ja hoor, de lente is in het land! Je merkt het niet alleen aan het weer, de ontluikende bloemetjes en de insecten die overal beginnen op te duiken. In de vogelwereld zijn ook letterlijk alle remmen losgegaan, waarbij het arriveren van de eerste zwaluwen misschien wel het meest symbolische startschot is. We blikken in dit overzicht terug op maart en stomen je klaar voor april, enjoy!

Overzicht

Op de valreep zorgde Kenny Hessel nog voor een Dwerggans (Anser erythropus) deze winter, een adulte vogel die hij op 8 maart ontdekte tussen duizenden Kolganzen in de IJzerbroeken te Woumen (WV). Zo wil je ze hebben! Op 9 maart ondernam Diederik D’Hert een poging om de vogel terug te vinden, maar in de plaats vond hij een nieuwe vogel met minder uitgebreide zwarte tekening op de buik! We kijken hier naar het 103de en 104de geval voor België.

Dwerggans Anser erythropus, Woumen, 8 maart 2021 (©Kenny Hessel)

Een pak zeldzamer is Siberische Taling (Sibirionetta formosa), met als laatste aanvaarde geval het mannetje dat in het voorjaar van 2014 op het Spaarbekken te Woumen (WV) verbleef. Het mannetje dat van 8 november tot en met 21 januari dit jaar in het Dijleland (VB) ronddobberde, werd jammer genoeg niet als wild aanvaard. Op 5 maart kwam er dus een nieuwe kans toen Tom Goossens een ongeringd vrouwtje ontdekte in de Visbeekvallei te Lille (AN)! Tot en met 11 maart liet de eend zich bekijken op een mooi natuurlijk plasje waar je in de tweede helft van april gerust mooie groepjes Bosruiters verwacht. Alleen zaten er nu afgezien van de taling enkel een paar Wilde Eenden. Op 29 maart werd de vogel teruggezien op een andere locatie in de Visbeekvallei en werd daar de dagen nadien ook teruggezien. Tot dusver zijn er 6 aanvaarde gevallen van de soort in België.

Siberische Taling Sibirionetta formosa, Lille, 10 maart 2021 (©Paul Pugh)

Het voorjaar is nog niet goed begonnen of het regent alweer Grijze Wouwen (Elanus caeruleus) in de Lage Landen! Naast twee vogels in Nederland eind deze maand, kregen wij er ook weer 4 over de vloer. Op 25 maart ontdekte Rudi Dujardin een vogel in Termes (LX) die zich tot en met 28 maart nog waanzinnig liet bekijken. Achteraf bleek dat hij daar op 21 maart ook al opgemerkt was. Op 24 maart zag Diederik D’Hert kortstondig een Grijze Wouw nabij de Westhoek, De Panne (WV), maar de vogel verdween ongemerkt alweer snel uit het zicht. Een andere vogel – of was het dezelfde als die van De Panne – werd op 29 maart gevonden door Koen Verbanck aan de Decantatiebekkens van Veurne (WV). De ochtend nadien werd hij daar nog teruggezien maar bleek nadien verdwenen te zijn. In de avond van 31 maart ten slotte trof Christophe Jacobs nog een exemplaar in Sint-Pieters-Herne (VB) dat zich tot het donker mooi liet bekijken. Op ongeveer hetzelfde moment werd in Lampernisse (WV) een adulte man Steppekiekendief (Circus macrourus) gezien, minstens even indrukwekkend!

Grijze Wouw Elanus caeruleus, Termes, 25 maart 2021 (©Rudi Dujardin)

Steppekiekendief Circus macrourus, Lampernisse, 31 maart 2021 (©Edwin Vanhoutte)

Op 24 maart kwam een extreem vroege waarneming van een Slangenarend (Circaetus gallicus) door, een onvolwassen vogel die boven Ukkel (BR) richting noordoost overvloog. Zeearenden (Haliaeetus albicilla) waren weer alomtegenwoordig deze maand en het wordt steeds moeilijker om een beknopt overzicht te geven van alle waarnemingen. We laten het dan ook even zo, voor nu! Wel zeker nog het vermelden waard, zijn waarnemingen van een Ruigpootbuizerd (Buteo lagopus) in de Hoge Venen (LG) op 7, 20 en 21 maart. Mogelijk betreft het hier dezelfde vogel als die van Elsenborn (LG) op 27 februari.

Na een bezoekje aan de Siberische Taling van Lille pikte Joachim Pintens er op de meeuwenslaapplaats van Broechem (AN) de 29ste Ringsnavelmeeuw (Larus delawarensis) voor België uit, en dat tussen duizenden meeuwen! Het verhaal achter de ontdekking kan je hier lezen. De meeuw werd nog tot en met 22 maart teruggezien en was soms uitstekend te bekijken. Ringsnavelmeeuw is een zeldzame soort op Europees niveau geworden, terwijl er in de jaren ’90 nog groepjes van meer dan tien te vinden waren op hotspots langs de Ierse, Franse en Spaanse kust. Deze trend uit zich ook in België, met 26 gevallen tussen 1988 en de laatste twitchbare vogel van Cerfontaine (NA) in 2015. Hierna volgde pas in 2019 een nieuw geval op het Spaarbekken van Ieper (WV), en nu dus de vogel van Broechem. Als je zelf op zoek wil gaan naar de soort zet je best in op slaapplaatsen met veel Stormmeeuwen, waar meer dan 2/3 van de Belgische gevallen vandaan komen!

Ringsnavelmeeuw Larus delawarensis, Broechem, 11 maart 2021 (©Paul Pugh)

Na een lange periode zonder waarnemingen werden twee dagen na elkaar in twee totaal verschillende uithoeken van het land zowel een Grote Burgemeester (Larus hyperboreus) als een Kleine Burgemeester (Larus glaucoides) ontdekt. De eerstgenoemde zat op 22 maart op het strand van Nieuwpoort (WV), en de laatstgenoemde werd op 23 maart gevonden in de Moerassen van Harchies (HA). Beide vogels zaten nog in juveniel kleed. Op 31 maart zag Tom Goossens de eerste Reuzenstern (Hydroprogne caspia) van het jaar, langs de voorhaven van Zeebrugge (WV) vliegend. Mooi op tijd!

Grote Burgemeester Larus hyperboreus, Nieuwpoort, 22 maart 2021 (©Jan Van Uytvanck)

Spannend nieuws kwam op 18 maart vanuit Heist (WV), waar de conciërge van de waterzuivering toevallig Tom Goossens tegen het lijf liep en hem een foto toonde van een vreemde duif die hij 4 maart op zijn voederplank gezien had. Niet zomaar een duif, want het bleek om een onvervalste Oosterse Tortel (Streptopelia orientalis meena) te gaan! Omdat het enige eerdere geval pas 2 jaar later bekend geraakte, kon dit dus mogelijk de eerste zijn die zich liet zien aan vogelkijkend België. Maar dan moest hij wel eerst teruggevonden worden! Die dag zelf werd er zonder succes gezocht, en het was pas in de late namiddag van 19 maart dat de conciërge liet weten dat de duif teruggekeerd was op de voederplank. Nadien werd de tortel gelokaliseerd op wat later zijn vaste slaapplek bleek. De vogel bleef nog de hele maand aanwezig en werd in totaal door meer dan 300 man gezien!

Oosterse Tortel Streptopelia orientalis meena, Heist, 22 maart 2021 (©Vincent Legrand)

Oosterse Tortel Streptopelia orientalis meena, Heist, 22 maart 2021 (©Vincent Legrand)

Geert Spanoghe vond op 7 maart een Grote Pieper (Anthus richardi) in de Keuzemeersen te Drongen (OV). Op 24 maart werden er weer Graszangers (Cisticola juncidis) gezien, namelijk in de Uitkerkse Polder te Blankenberge (WV) en in de Prosperpolder te Doel (OV). Het lijkt er dus op dat er minstens een paar exemplaren de koudeprik overleefd hebben, gelukkig! Ook de Bruine Boszanger (Phylloscopus fuscatus) van Kieldrecht (OV) blijkt het er goed van af gebracht te hebben, getuige een waarneming op 21 maart. Op 9 maart werd er nog een geringde Siberische Tjiftjaf (Phylloscopus collybita tristis) gefotografeerd in het Molsbroek te Lokeren (OV).

Gezocht in april

De eerste echte voorjaarssoorten die nu opduiken geven momenteel meer een lentegevoel dan het weer, en maar goed ook dat het niet omgekeerd is! De aanvoer van zeldzame soorten zal nu alleen maar blijven toenemen, en omdat er deze maand ontzettend veel soorten mogelijk zijn, pikken we er een paar uit om het enthousiasme nog wat aan te wakkeren! Om te beginnen zijn er de afgelopen periode weer een aantal Kleine Toppers (Aythya affinis) gezien in Nederland, een soort die bij ons toch echt een pak moeilijker is met het laatste geval meer dan 6 jaar geleden! Als je een kandidaat hebt, kijk dan zeker eerst eens of hybride Topper x Kuifeend (Aythya marila x Aythya fuligula) uit te sluiten is. Die kunnen soms heel sterk op Kleine Topper lijken, zoals op deze foto te zien is (Kleine Topper vooraan, hybride achteraan). Hoewel de hybrides variabel zijn kan je best letten op de hoeveelheid zwart aan de snavelpunt, de witachtige flanken, de donkerdere rug en de duidelijkere aanzet tot een kuif. Hoe je een vrouwtje herkent kan je hier nog eens bekijken. Een andere soort die al in het vroege voorjaar kan opduiken en dit jaar bijvoorbeeld al in Bretagne (FR) gezien is, is de Kuifkoekoek (Clamator glandarius). Dat het eerstvolgende geval heel wat vogelkijkers zal aantrekken, ligt niet alleen aan de zeldzaamheid met 3 gevallen na 2000, maar natuurlijk ook aan het tot de verbeelding sprekende uiterlijk. Een heel wat minder opvallende soort die wellicht vaker in ons land opduikt, is Zwartkoprietzanger (Acrocephalus melanopogon). De onopvallende levenswijze en de zang die sterk op Rietzanger en Kleine Karekiet lijkt, helpen daar natuurlijk niet bij. Je kan ze op gehoor onderscheiden door te letten op de typische fluittonen die herinneren aan het crescendo van Nachtegaal en op onderstaande opname te horen zijn.

Tot slot kan je dit stukje ook nog eens doornemen, over het zoeken naar Grijze Gors (Emberiza cia) en een paar soorten die je daarbij ook nog kan tegenkomen!

Kleine Topper Aythya affinis, Gent, 2 april 2013 (©Jan Baert)

Joachim Pintens

Version française

Bien que la liste de raretés du mois de mars dernier n'ait pas été particulièrement longue, la qualité était au rendez-vous ! Nous avons eu la chance de recevoir la visite de quelques surprises qui auront motivé nombre d'ornithologues à remettre les pieds dehors. Car le printemps est arrivé ! Et ça ne se voit pas qu'à la météo, qu'aux fleurs qui bourgeonnent ou aux insectes qui font leur apparition un peu partout : chez la gent ailée, les vannes se sont ouvertes. L'arrivée des premières hirondelles en étant probablement le coup d'envoi le plus symbolique. Nous revenons dans les lignes suivantes sur le mois de mars avant de rêver au mois d'avril, profitez-en !

Aperçu

Le 8 mars, Kenny Hessel réussissait à repérer à la tombée du jour une dernière Oie naine (Anser erythropus) pour cet hiver, un oiseau adulte qu'il a découvert parmi des milliers d'Oies rieuses dans l'IJzerbroeken à Woumen (WV). C'est comme ça qu'on les aime ! Le 9 mars, Diederik D'Hert, qui était parti à sa recherche, trouvait un nouvel oiseau avec des marques noires moins étendues sur le ventre ! Ce sont les 103e et 104e cas pour la Belgique.

Oie naine Anser erythropus, Woumen, 8 mars 2021 (©Kenny Hessel)

Un cran plus rare, c'est la Sarcelle élégante (Sibirionetta formosa), le dernier cas accepté étant un mâle qui a passé le printemps 2014 au Spaarbekken à Woumen (WV). Le mâle qui a séjourné dans la vallée de la Dyle (VB) du 8 novembre au 21 janvier de cette année n'a malheureusement pas été accepté comme sauvage. Le 5 mars, Tom Goossens découvrait une femelle non baguée dans la vallée du Visbeek à Lille (AN), une nouvelle opportunité se présentait donc ! Jusqu'au 11 mars, le canard a pu être observé sur un bel étang naturel où, dans la seconde moitié du mois d'avril, on peut facilement s'attendre à de beaux groupes de Chevaliers gambettes. Seulement maintenant il n'y avait, à part les sarcelles, que quelques canards sauvages. Le 29 mars, l'oiseau a été vu à nouveau à un autre endroit dans la vallée de Visbeek, mais n'a pas été retrouvé par la suite. Jusqu'à présent, il y a 6 cas acceptés de l'espèce en Belgique.

Sarcelle élégante Sibirionetta formosa, Lille, 10 mars 2021 (©Paul Pugh)

Le printemps n'a pas encore vraiment commencé que déjà les Élanions blancs (Elanus caeruleus) pleuvent sur le Benelux ! En plus de deux oiseaux aux Pays-Bas à la fin de ce mois, nous avons également reçu la visite de quatre oiseaux. Le 25 mars, Rudi Dujardin découvrait un oiseau à Termes (LX) qui s'est laissé observer jusqu'au 28 mars. Il s'est avéré par la suite qu'il y avait déjà été repéré le 21 mars. Le 24 mars, Diederik D'Hert a brièvement observé un Élanion blanc près du Westhoek à De Panne (WV) qui s'est rapidement envolé. Un autre oiseau - ou était-ce le même qu'à De Panne - a été trouvé le 29 mars par Koen Verbanck près des bassins de décantation de Veurne (WV). Mais mise à part une rapide apparition le lendemain matin, l'oiseau ne s'est plus montré. Dans la soirée du 31 mars enfin, Christophe Jacobs a trouvé un dernier individu à Sint-Pieters-Herne (VB), qui s'est laissé observer jusqu'à la tombée de la nuit. À peu près au même moment, un mâle adulte de Busard pâle (Circus macrourus) était aperçu à Lampernisse (WV).

Élanion blanc Elanus caeruleus, Termes, 25 mars 2021 (©Rudi Dujardin)

Busard pâle Circus macrourus, Lampernisse, 31 mars 2021 (©Edwin Vanhoutte)

Le 24 mars, une observation extrêmement précoce de Circaète Jean-le-Blanc (Circaetus gallicus) était rapportée : un oiseau immature survolant Uccle (BR) en direction du nord-est. Les Pygargues à queue blanche (Haliaeetus albicilla) ont été omniprésents ce mois-ci encore et il devient de plus en plus difficile de fournir un résumé de toutes les observations. Nous laissons donc les choses en l'état, pour l'instant ! À noter les observations d'une Buse pattues (Buteo lagopus) dans les Hautes Fagnes (LG) les 7, 20 et 21 mars. Il s'agit peut-être du même oiseau que celui d'Elsenborn (LG) le 27 février.

Après avoir visité la Sarcelle élégante de Lille, Joachim Pintens a repéré le 29e Goéland à bec cerclé (Larus delawarensis) pour la Belgique parmi des milliers de goélands au dortoir de Broechem (AN). Vous pouvez lire l'histoire de cette découverte ici. Le goéland s'est laissé observer jusqu'au 22 mars, parfois très bien. Le goéland à bec cerclé est devenu une espèce rare au niveau européen, alors que dans les années 1990, on pouvait trouver des groupes de plus de dix individus dans les hotspots le long des côtes irlandaises, françaises et espagnoles. Cette tendance se reflète également dans les observations en Belgique, avec 26 cas entre 1988 et le dernier oiseau twitchable de Cerfontaine (NA) en 2015. Ce cas n'a été suivi que par un nouveau cas sur le bassin des Spaarbekken d'Ypres (WV) en 2019, et maintenant l'oiseau de Broechem. Si vous voulez chercher l'espèce vous-même, vous devrez parier sur les dortoirs avec de nombreux Goélands cendrés, d'où proviennent plus de 2/3 des cas belges !

Goéland à bec cerclé Larus delawarensis, Broechem, 11 mars 2021 (©Paul Pugh)

Après une longue période sans aucune observation, à deux jours d'intervalle, un Goéland bourgmestre (Larus hyperboreus) et un Goéland à ailes blanches (Larus glaucoides) ont été trouvés dans deux régions complètement différentes du pays. Le premier a été trouvé le 22 mars sur la plage de Nieuport (WV), et le second le 23 mars aux marais de Harchies (HA). Les deux oiseaux étaient encore en plumage juvénile. Le 31 mars, Tom Goossens trouvait la première Sterne caspienne de l'année, en vol dans l'avant-port de Zeebruges (WV). Juste à temps !

Goéland bourgmestre Larus hyperboreus, Nieuwpoort, 22 mars 2021 (©Jan Van Uytvanck)

Des nouvelles étonnantes nous sont parvenues le 18 mars de Heist (WV), quand le gardien de la station d'épuration a croisé par hasard Tom Goossens et lui a montré la photo d'un étrange pigeon qu'il avait vu à sa mangeoire le 4 mars. Pas n'importe quel pigeon : une Tourterelle orientale (Streptopelia orientalis) ! Comme le seul cas précédent n'a été révélé que 2 ans plus tard, il pouvait s'agir là de la première twitchable en Belgique. Mais il fallait d'abord la retrouver ! Les recherches n'ont initialement pas abouti et ce n'est qu'en fin d'après-midi, le 19 mars, que le gardien a annoncé que la tourterelle était revenue à sa mangeoire. La tourterelle a enfin également pu être relocalisée à ce qui est resté son dortoir pour le reste de son séjour. L'oiseau est resté présent tout le mois et a été vu par plus de 300 personnes au total !

Tourterelle orientale Streptopelia orientalis meena, Heist, 22 mars 2021 (©Vincent Legrand)

Tourterelle orientale Streptopelia orientalis meena, Heist, 22 mars 2021 (©Vincent Legrand)

Le 7 mars, Geert Spanoghe trouvait un Pipit de Richard (Anthus richardi) aux Keuzemeersen à Drongen (OV). Le 24 mars, de nouvelles observations de Cisticoles des joncs (Cisticola juncidis) ont eu lieu dans les polders d'Uitkerke à Blankenberge (WV) et dans le Prosperpolder à Doel (OV). Il semble donc qu'au moins quelques individus ont survécu à la vague de froid. Le Pouillot brun (Phylloscopus fuscatus) de Kieldrecht (OV) semble également avoir survécu, comme en atteste une observation du 21 mars. Le 9 mars, un Pouillot de Sibérie bagué (Phylloscopus collybita tristis) a été photographié dans le Molsbroek à Lokeren (AV).

À chercher en avril

Les premières espèces printanières qui font maintenant leur retour donnent plus une sensation printanière que la météo, et c'est une bonne chose que ce ne soit pas l'inverse ! Le panel d'espèces rares ne fera qu'augmenter, et avec autant de possibilités ce mois-ci, nous avons dû faire un choix pour attiser un peu plus l'engouement ! Pour commencer, un certain nombre de Fuligules à tête noire (Aythya affinis) ont été observés aux Pays-Bas au cours de la période passée, une espèce qui est vraiment beaucoup plus difficile à voir chez nous avec un dernier cas il y a plus de 6 ans maintenant ! Si vous avez un candidat dans la longue-vue, assurez-vous bien qu'il ne s'agit pas d'un hybride Fuligule molouinan x morillon (Aythya marila x Aythya fuligula), qui peuvent parfois ressembler beaucoup au Fuligule à tête noire, comme on peut le voir sur cette photo (Fuligule à tête noire à l'avant, hybride à l'arrière). Bien que les hybrides soient fort variables, faites bien attention à la quantité de noir sur l'onglet du bec, les flancs blanchâtres, le dos plus sombre et l'indication plus claire d'une huppe. Pour reconnaître une femelle, jetez un œil ici. Le Coucou geai (Clamator glandarius) est une autre espèce qui peut se montrer au début du printemps et qui a déjà été observée en Bretagne (FR) cette année. Le fait que la prochaine observation attirera de nombreux ornithos n'est pas seulement dû à la rareté de l'espèce (avec 3 cas seulement après 2000), mais bien évidemment aussi à son apparence hors du commun. Une espèce beaucoup moins visible qui passe probablement plus souvent qu'on ne le croit dans notre pays est la Lusciniole à moustaches (Acrocephalus melanopogon). Son mode de vie discret et son chant qui ressemble fort à ceux des Phragmites des joncs et Rousserolle effarvate n'aident pas. Vous pouvez les distinguer à l'oreille en faisant attention aux sifflements typiques qui rappellent le crescendo du rossignol et peuvent être entendus sur l'enregistrement ci-dessous.

Enfin, jetez un œil sur cet article sur la recherche du Bruant fou (Emberiza cia) et de quelques autres espèces que l'on peut également rencontrer à cette occasion !

Fuligule à tête noire Aythya affinis, Gand, 2 avril 2013 (©Jan Baert)

Joachim Pintens, Olivier Dupont

Discussie

Joachim Pintens  ·  5 mei 2021  12:49

Er werd wel hier en daar genoteerd dat er geen ringen gezien werden, maar telkens op afstand en zonder bewijs. Jammer want dat was wel een goeie kanshebber - zeker gezien de hoeveelheid gevallen in West-Europa recent.

Diedert Koppenol  ·  1 mei 2021  21:37

Lekker verslag weer! Was er bij dat mannetje Siberische Taling dan geen ongeringdheid aangetoond of wat was de reden van afwijzing?

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.